De ministerraad heeft ingestemd met een borgstellingregeling voor de scheepsbouw. De borgstelling moet het mogelijk maken voor scheepswerven in Nederland om bij de bank een passende financiering te krijgen voor de bouw van nieuwe schepen.
Moeilijk financierbaar
De financiering is nu moeilijk rond te krijgen. Dit heeft te maken met een aantal factoren. Zo is de waarde van de jaarlijkse productie van een scheepswerf vele malen groter dan de bedrijfswaarde, wordt een onvoltooid schip door banken niet gezien als een kapitaalgoed en is een scheepswerf aansprakelijk voor het hele bouwproject. Ook zijn kredietinstellingen hun belangen in de scheepsbouw aan het afbouwen. Dit is overigens niet een specifiek Nederlands probleem, ook andere Europese landen hebben hiermee te kampen.
Nieuw te bouwen schepen met een contractwaarde tussen 3 en 100 miljoen euro
Met de nieuwe regeling kan de Staat een borgstelling verstrekken voor een behoorlijk deel van de prijs van nieuw te bouwen schepen. Daarnaast moeten de opdrachtgever en de bank ook ieder een deel van het risico dragen. Het betreft een regeling die breed van toepassing is voor nieuw te bouwen schepen met een contractwaarde tussen 3 en 100 miljoen euro. Militaire schepen, reparatie en conversie vallen buiten het besluit.
Jaarlijks kan maximaal een miljard euro aan borgstellingen worden afgegeven. De ministerraad heeft ermee ingestemd dat het conceptbesluit voor advies aan de Raad van State zal worden gezonden. Tevens wordt de regeling ter goedkeuring voorgelegd aan de Europese Commissie. De tekst van het besluit wordt openbaar bij publicatie in het Staatsblad.