Minister Van der Hoeven van Economische Zaken stelt 153 miljoen euro beschikbaar voor Innovatie. Het geld is gereserveerd voor de 2e fase van het high tech innovatieprogramma "Point One" (P1). De minister heeft vandaag tijdens de startbijeenkomst van de 2e fase van het Point One programma in het Evoluon in Eindhoven een oproep gedaan aan alle betrokkenen om zo snel mogelijk voorstellen in te dienen.
Toepassing subsidie
De subsidie is bestemd voor het ondersteunen van (Europese) R&D projecten en voor projecten die zijn gericht op de versterking van het innoverend vermogen van grote bedrijven, MKB-bedrijven en onderzoekers.
De 2e fase loopt van 2009-2012. Het geld komt bovenop de 184 miljoen euro die al beschikbaar was voor de periode 2006-2011. Tijdens haar toespraak gaf Van der Hoeven aan dat wat haar betreft juist in deze tijden innovatie onverminderd door moet gaan.
"Point one is een lichtend voorbeeld van hoe high-techbedrijven, kennisinstellingen en overheden samen kennis kunnen ontwikkelen en daarmee bijdragen aan het oplossen van maatschappelijke vraagstukken. Juist nu moeten we over grenzen heen kijken en samen blijven bouwen aan een sterk internationaal netwerk voor kennisontwikkeling en innovatie. Juist nu ook moeten we onze kenniswerkers zien te behouden. Alleen dan kunnen we sterker uit deze crisis komen dan we erin gingen. Ik wil ervoor zorgen dat niets de innovatie in ons land in de weg staat".
Point One
Point one is het eerste innovatieprogramma van EZ dat in 2006 van start is gegaan in het kader van programmatisch innovatiebeleid. Centraal binnen Point One staat het behouden en versterken van de kennis en valorisatie daarvan op het terrein van nano-elektronica, embedded systems, mechatronica en robotica, ook wel aangeduid met High Tech Systems. P1 kent een open en transparante structuur in de vorm van een vereniging met meer dan 100 leden. De Nederlandse High Tech Systems-sector is uniek vanwege de aanwezigheid van de gehele productieketen in hetzelfde land. Naast Nederland beschikken alleen de Verenigde Staten en Japan over een vergelijkbare aanpak.