Landbouw, visserij en platteland

Nieuw subsidiestelsel natuur- en landschapsbeheer

Er komt een nieuw subsidiestelsel voor natuur en landschapsbeheer (SNL) met één natuurtaal ter vervanging van het huidige Programma Beheer. Het wordt een robuust stelsel met eenvoudigere (digitale) procedures voor subsidieaanvraag, het beperken van de controle en gebiedsgericht maatwerk. Het stelsel wordt per januari 2010 door de provincies geïntroduceerd en is in nauw overleg met de beheerders opgesteld.

Modelverordening

Stelsel en de modelverordening zijn ter vaststelling verzonden naar Gedeputeerde Staten van de twaalf provincies. De modelverordening gaat leiden tot 12 uniforme verordeningen zodat de regels voor natuur- en landschapsbeheer overal gelijk zijn. De nieuwe verordening natuur- en landschapsbeheer komt in de plaats van de provinciale Subsidieregelingen Natuurbeheer (SN) en Agrarisch natuurbeheer (SAN) en maakt het mogelijk om regionale pakketten toe te voegen. De financiering van deze regionale pakketten is een provinciale verantwoordelijkheid. Voor het beheer van de EHS zijn al rijksmiddelen beschikbaar uit het investeringsbudget landelijk gebied (ILG).

1 januari 2010

Het nieuwe subsidiestelsel is van kracht vanaf 1 januari 2010 en gaat uit van een eenvoudige manier van aanvragen, zo weinig mogelijk regels, vertrouwen in de beheerder en minimale administratieve lasten. Er komt één digitale kaart waarop per terrein staat aangegeven welk doel en bijpassend beheer van toepassing is. Per hectare krijgen de beheerders dan een vast bedrag voor het beheertype dat is aangevraagd.

In totaal zijn er vanaf volgend jaar in heel Nederland ruim 70 beheertypen voor natuurbeheer, agrarisch natuurbeheer en landschapsbeheer tezamen, zoals kruidenrijk grasland, hoogveen, beukenbos, houtwal en hoogstamboomgaard.

Beoordeling

De subsidieaanvraag kan digitaal ingediend en gewijzigd worden. De beheerder wordt straks beoordeeld op het uitgevoerde beheer en niet meer op het behaalde resultaat. Een goed beheerder of een groep beheerders krijgen een landelijk erkend certificaat. Hoe die certificering verloopt, wordt nog uitgewerkt.

De manier van werken is gebiedsgericht: provincies leggen de natuurdoelen vast in natuurbeheerplannen in goed overleg met (agrarische) beheerders, waterschappen, gemeenten en andere partijen in het gebied. Ook eventueel andere doelen in het gebied wegen mee. De provincies zijn al gestart met het opstellen van de natuurbeheerplannen die in verwachting in mei klaar zijn. In het najaar gaat de regeling open en kunnen beheerders een aanvraag doen op basis van de nieuwe afspraken.

Uitvoering en controle

De Dienst Regelingen (DR) en de Dienst Landelijk Gebied (DLG) worden belast met de uitvoering van het stelsel. De controle op het agrarisch natuurbeheer valt onder de Algemene Inspectiedienst (AID), volgens normen en richtlijnen van de provincies. De controle bij niet-gecertificeerde natuurbeheerders voert DLG uit.

Voorbehoud en afspraken

Stelsel en verordening zijn aangenomen onder voorbehoud van afspraken over financiering door het rijk en goedkeuring door de Europese Commissie. Over de financiering van het oude naar het nieuwe systeem vindt de komende tijd nader overleg plaats. Een commissie onder leiding van de Groninger oud-gedeputeerde Van Dijk brengt hierover in maart een advies uit. De commissie is ingesteld door minister Verburg van LNV en het Interprovinciaal

Overleg (IPO)

Het nieuwe stelsel is de afgelopen twee jaar opgesteld in nauw overleg met de provincies, het ministerie LNV en de beheerders: Natuurmonumenten, Staatsbosbeheer, Provinciale Landschappen, Federatie Particulier Grondbezit, Unie van Bosgroepen, Natuurlijk Platteland Nederland, Natuurlijk Platteland West en LTO Nederland. bron: IPO