De Raad voor Cultuur concludeert dat de nieuwe subsidiesystematiek voor culturele instellingen een verbetering lijkt te zijn ten opzichte van de subsidiëring volgens de cultuurnota. Het is nog te vroeg voor een definitief oordeel over de nieuwe subsidieregeling die op 1 januari 2009 is ingevoerd.
Eerst moet duidelijk worden hoe de basisinfrastructuur, waarin zowel langjarig als vierjarig gesubsidieerde instellingen zijn opgenomen, in de praktijk werkt. Dit schrijft de Raad aan demissionair staatssecretaris Van Bijsterveldt (OCW) in het advies over de evaluatie van de subsidiesystematiek van 1 maart 2010.
Verbeteringen
Als belangrijkste verbetering noemt de Raad dat de huidige basisinfrastructuur duidelijk maakt welke functies in ieder geval moeten worden vervuld om de Nederlandse cultuursector een stevig fundament te geven. Daarnaast is het aantal instellingen in de basisinfrastructuur overzichtelijk en is het voor instellingen duidelijk welke functie en verantwoordelijkheid zij hebben. Verder garandeert de basisinfrastructuur een grotere verbondenheid tussen het algemene cultuurbeleid en het beleid ten aanzien van de instellingen. Daarmee, zo constateert de Raad, kan het politieke debat over subsidies voor individuele instellingen veranderen in een debat over de functie die de instellingen vervullen in het culturele landschap.
Verdere verfijning, vereenvoudiging en verduidelijking subsidieregelingen
De Raad constateert verder ook dat de subsidieregeling op sommige vlakken verfijnd, vereenvoudigd en verduidelijkt kan worden. Ook is er een aantal sectorspecifieke onvolkomenheden in de regeling. In het advies Agenda Cultuurbeleid dat in het voorjaar van 2011 verschijnt, wordt de werking van de basisinfrastructuur verder geëvalueerd en zal de Raad analyseren hoe de subsidieregeling beter kan aansluiten op de praktijk.