Bij de vaststelling van het Ontwerp Provinciaal Restauratie Uitvoerings-programma spreken Gedeputeerde Staten van Limburg hun bezorgdheid uit over de rijkskorting op de budgetten voor restauraties in Limburg. Het tekort aan restauratiesubsidies zal de komende jaren oplopen tot boven de 10 miljoen. Hierdoor komen restauratieprojecten ernstig in de knel en dat is onacceptabel. 'Ik heb de staatssecretaris verzocht met spoed een regeling te treffen voor de meest urgente projecten, aldus gedeputeerde Odile Wolfs'.
Provinciaal Restauratie Uitvoerings-programma 2003-2008
In 2007 is ruim 2,5 miljoen beschikbaar voor restauraties. Het voor 2008 te besteden budget is met ruim 1 miljoen (-40 %) gekort ten opzichte van het budget voor 2007. Voor de jaren 2009 en 2010 zal eenzelfde korting worden doorgevoerd.
Het gevolg is dat veel urgente restauratieprojecten in Limburg niet kunnen worden aangepakt. Door uitstel van restauraties zal het verval verder toenemen en zullen de restauratiekosten uiteindelijk verder oplopen. Een schrijnend voorbeeld is de restauratie van de toren en de gewelfschilderingen van de dekenale Sint Martinuskerk te Weert. De restauratie is urgent en uitvoeringsgereed, echter de benodigde rijkssubsidie, ruim 1 miljoen, is niet voorhanden.
Restauratieprogramma
In het ontwerp Provinciaal Restauratie Uitvoeringsprogramma 2003-2008 is aangegeven hoe de rijksgelden voor restauraties van monumenten in Limburg de komende jaren worden verdeeld over de ingediende projecten van 35 gemeenten.
GS reserveren gelden voor de restauratie van onder andere kasteel Well, gemeente Bergen, voor de restauratie van de H. Jozefkerk te Kerkrade-Kaalheide en de H. Barbara te Tungelroy, en voor de watermolen in Baarlo. In totaal is hiermee een bedrag gemoeid van ruim 1,5 miljoen.
GS hebben de taak de beschikbare rijksgelden voor restauraties toe te kennen aan Limburgse gemeenten met minder dan 100 rijks-monumenten en de gemeenten Venlo, Roermond en Heerlen. Deze laatste drie gemeenten hebben meer dan 100 rijksmonumenten maar hebben zich aangesloten bij het provinciale uitvoeringsprogramma.
Dit betekent dat de restauratiebudgetten naar de Provincie worden overgeheveld en dat restauraties in deze gemeenten bekostigd worden uit het provinciale budget.