De regeling Stimulering Duurzame Energieproductie (SDE), die in 2008 in werking is getreden, is per 1 januari 2011 geëindigd. Dit jaar zal de regeling een nieuwe vorm krijgen, met als nieuwe naam SDE+. Deze regeling dient uiterlijk 1 juli 2011 worden opengesteld. In een kamerbrief van 30 november 2010 licht de Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie het voorgenomen beleid toe.
Nieuwe SDE+ regeling
De nieuwe SDE+ regeling richt zich op het benaderen van de Europese doelstelling van 14% duurzame energie in 2020. De regeling houdt in dat producenten van duurzame energie gecompenseerd worden voor het verschil tussen de kostprijs van groene en grijze energie (respectievelijk duurzaam en niet-duurzaam). Voor de SDE+ wordt een maximum basisbedrag aangekondigd van €0,15 per kWh; voor groen gas en warmte geldt een vergelijkbaar subsidiebedrag (€1,32 per Nm3).
Opties die een hoger subsidiebedrag vereisen, worden geacht als onvoldoende rendabel. Deze producenten kunnen echter wel gebruik maken van innovatiefondsen voor de doorontwikkeling van hun product. De SDE+ zal worden opengesteld in vier fases.
Hoger maximum basisbedrag
Per opeenvolgende fase zal een hoger maximum basisbedrag beschikbaar zijn, oplopende tot het maximum van €0,15 per kWh. Binnen één openstellingsfase geldt voor iedere technologie een eigen basisbedrag. Op deze manier kunnen de meest kosteneffectieve producenten (goedkoopste) als eerste gebruik maken van de subsidie, waardoor zij de meeste kans hebben dat er nog budget beschikbaar is. Voor alle verschillende energiecategorieën geldt namelijk nog maar één gemeenschappelijk subsidieplafond. Hierdoor wordt de concurrentie bevorderd.
Nieuwe vrije categorie
Nieuw is de toevoeging van een vrije categorie. Deze is bedoeld voor innovatieve ondernemers die in staat zijn om goedkoper energie te produceren dan andere producenten uit dezelfde productiecategorie. Zij hebben nu het voordeel dat zij zich eerder kunnen aanmelden voor subsidiëring, tegen een lager bedrag. De kans is voor hen dus groter dat er budget beschikbaar is.
Opmerkingen per categorie
- In 2012 wordt er gestreefd naar een onderscheid tussen de productie van windenergie in windrijke en windarme regio’s. Hiervoor zal te zijner tijd een wijziging in de regeling komen.
- In de SDE+ is er ook ruimte voor subsidieaanvraag door hubvergisters. Deze kunnen op dezelfde manier als gewone vergisters subsidie aanvragen. Wel ligt er voor deze technologie een kans in de vrije categorie, aangezien met de hub een efficiëntere productie wordt beoogd.
- In 2011 zullen elektriciteitsproducenten nog een bonus krijgen op hun elektriciteitstarief, wanneer zij restwarmte nuttig inzetten. In 2012 zal de productie van warmte echter worden toegevoegd aan de subsidiabele technologieën. Deze nieuwe categorie zal dan onder meer gaan gelden voor het nuttig aanwenden van restwarmte en het inzetten van ruw biogas.
- Subsidie voor grootschalige warmtekrachtkoppeling keert niet terug in de SDE+ regeling. Deze technologie wordt namelijk gezien als een manier om energie te besparen, in plaats van het produceren van duurzame energie.
- Ook grootschalige bij- en meestook van biomassa in kolencentrales komt niet in aanmerking voor subsidie bij de SDE+ regeling. De minister erkent echter wel het belang van deze techniek voor het behalen van de doelstellingen in 2020. Echter, deze optie zou naar verwachting een te groot beslag leggen op de beschikbare financiële middelen. Er wordt hiervoor gezocht naar andere wegen om bij- en meestook van biomassa te stimuleren.
Financiering
De SDE+ zal worden gefinancierd uit een opslag op de energierekening en mogelijk ook voor een deel door een kolen- en gasbelasting. Meer informatie over de nieuwe SDE+ regeling zal op termijn worden gepubliceerd met de openstelling van de regeling.