De Wet Werk en inkomen Kunstenaars (WWIK) wordt per 1 januari 2012 beëindigd. De meerderheid van de Tweede Kamer heeft dit voorstel van Staatssecretaris De Krom inmiddels met een meerderheid aangenomen en inmiddels heeft ook de eerste kamer hiermee gisteravond ingestemd. Staatssecretaris Paul Krom van Sociale Zaken geeft aan dat kunstenaars als ze een beroep doen op een uitkering worden geacht net als anderen actief op zoek te gaan naar werk, ook buiten de kunstsector. Overigens wordt ook de Wet werk en Bijstand (WWB) aangescherpt, zodat het ook niet mogelijk is vanuit de bijstand cultureel bezig te zijn.
Hiermee vervalt een wet die kunstenaars een aanvulling op hun inkomen gaf en komt hiermee een einde aan de uitzondeirngspostie van kunstenaars in de sociale zekerheid. Individuele kunstenaars zullen dus, indien zij niet in hun levensonderhoud kunnen voorzien of een baan moeten gaan zoeken, of actief bezig moeten gaan met cultureel ondernemen. De aanvulling van het inkomen komt in ieder geval te vervallen.
Inwerkingstreding afschaffing WWIK
Het voorstel van Staatssecretaris Paul Krom van Sociale Zaken is gisteravond door de Eerste Kamer goedgekeurd en is hiermee een feit per 1 janauari 2012. Hoewel partijen als FNV Kiem een brandbrief naar de Eerste Kamer hebben gestuurd heeft dit niet mogen baten en is de afschaffing van de WWIK een voldongen feit.
Ook Wet werk en Bijstand (WWB) aangescherpt
De afschaffing van de WWIK is natuurlijk geen verassing in dit tijdsbeeld. Het kabinet stelt zich op het standpunt dat voor kunstenaars geen andere regels mogen gelden dan voor andere ondernemenrs of werknemers. Ook is het kabinet de mening toegedaan dat een uitkering alleen bestemd is voor personen die echt niet kunnen werken, hetgeen blijkt uit het feit dat gisteravond door de eerste kamer ook de Wet werk en Bijstand (WWB) is aangescherpt.
Het zal dus ook niet meer mogelijk zijn als laternatief vanuit de bijstand cultureel bezig te zijn en dit als een soort alternatieve WWIK te gaan gebruiken.
Over de WWIK
De Wwik is in 1999 tot stand gekomen om reden van de moeilijke inschakeling van kunstenaars op de arbeidsmarkt, waardoor vele kunstenaars in de toenmalige ABW terecht kwamen en daarmee uitkeringsafhankelijk werden.
De Wet Werk en Inkomen Kunstenaars (WWIK) was bedoeld als basisinkomen voor kunstenaars. Binnen een periode van tien jaar konden kunstenaars maximaal vier jaar gebruik maken van deze regeling om een renderende kunstenaarspraktijk op te bouwen.
Stumuleren cultureel ondernemerschap
Het kabinet ziet kunstenaars als culturele ondernemers die niet alleen maar kunst maken. Het nieuwe subsidiebeleid is er op gericht kunstenaars te stimuleren in hun eigen inkomsten te voorzien. Kunstenars zijn volgens het huidige kabinetsbeleid ook ondernemers die hun product in de markt moeten zetten en een groot publiek willen bereiken. Het kabinet wil cultureel ondernemerschap dan ook stimuleren.
In lijn hiermee zal de WWIK afgeschaft worden en het aantal subsidies beperkt. Wel zal het kabinet cultureel ondernemen gaan stimuleren hulp te geven via speciale "presentatie instellingen". Presentatie-instellingen organiseren onder meer tentoonstellingen en onderhouden contacten net andere instellingen en kunstenaars.
Domino effect verergert culturele kaalslag
Overeenkomstig het regeerakkoord komen er flinke bezuinigingen op de kunst- en cultuursector. In totaal zal er meer dan 200 miljoen bezuinigd worden.
Wellicht nog erger is het domino effect dat voor veel organisaties in de kunst- en cultuursector nog grotere problemen gaat opleveren.
Door o.a. minder opbrengsten uit het grondbedrijf bezuinigen gemeenten, van oudsher een grote subsidieverstrekkers voor de kunst- en cultuursector, massaal in 2012 op cultuursubsidies.
Omdat provincies ook bezuinigen op kunst- en cultuur in 2012 komen hierdoor een domino effect tot stand. Bepaalde gemeentelijke subsidies op het gebied van kunst- en cultuur komen te vervallen omdat deze mede gekoppeld zijn aan provinciale subsidies.