Subsidieregeling Beëindiging intensieve veehouderijen - BIV

Wie komt er voor in aanmerking?

De regeling staat open voor alle bedrijven in de intensieve veehouderij gelegen in een ‘extensiveringsgebied natuur’. Ook bedrijven gelegen in een ‘extensiveringsgebied overig’, binnen 250 meter van een voor verzuring gevoelig gebied, kunnen voor de regeling in aanmerking komen. Ondernemers die willen deelnemen aan de regeling moeten ten tijde van de aanvraag een geldende milieuvergunning hebben. Tevens moet de veehouderij gedurende de laatste vijf jaar in bedrijf zijn geweest. De te slopen oppervlakte is minimaal 200 m2.

Eerste stap: aanmelden

Vanaf het moment dat de regeling wordt opengesteld, hebben ondernemers een bepaalde periode de tijd om zich aan te melden. Dan wordt ook bekendgemaakt welk bedrag in totaal beschikbaar is voor de openstellingsronde. Indien zich meer bedrijven aanmelden dan waarvoor er naar verwachting financiële middelen zijn, vindt er prioritering plaats. Er wordt dan gekeken of een bedrijf ligt in een gebied waaraan de reconstructiecommissie of de gebiedscommissie veel belang hecht wat betreft het wegnemen van intensieve veehouderijen.

De vergoedingen die de regeling kent

• De vergoeding voor de bedrijfsopstallen is gelijk aan 40 % van de vervangingswaarde berekend op basis van de KWIN-getallen. Dit nadat de vervangingswaarde is gecorrigeerd met het aantal jaren dat op de bedrijfsopstallen kon worden afgeschreven. Daarbij geldt altijd, dus ook voor geheel afgeschreven bedrijfsopstallen, een minimum van 25 % van de berekende vervangingswaarde uit het taxatierapport.
• De deelnemer moet alle bedrijfsopstallen en mest- en sleufsilo’s slopen, ook die eventueel voor andere bedrijfstakken
• zijn gebruikt.

De regeling kent verschillende subsidiebedragen per vierkante meter: E 15,- Gebouw, niet zijnde glas of huisvesting voor nertsen of konijnen E 3,- Glasopstanden en hokken voor nertsen of konijnen E 7,50 Asbestplaten E 2,50 Kelderruimten E 3,- Sleufsilo’s en voerplaten Het maximumbedrag is altijd 2 25,- per vierkante meter. Zodra de stallen feitelijk zijn afgebroken krijgt de aanvrager 50 % van het subsidiebedrag op zijn rekening gestort. De resterende 50 % van de vergoeding wordt uitgekeerd als tijdig aan alle voorwaarden van de regeling is voldaan.

Wat gebeurt er allemaal op het bedrijf?

• Voor de voormalige bedrijfslocatie wordt de milieuvergunning ingetrokken. Er komt een passende herbestemming zodat uitoefening van intensieve veehouderij niet meer mogelijk is. De nieuwe bestemming is afhankelijk van de locatie en is niet op voorhand aan te geven. De gemeente speelt hierin een belangrijke rol.
• De veehouder moet verklaren dat hij geen intensieve veehouderij meer zal beginnen, noch op de voormalige bedrijfslocatie, noch elders.
• Er wordt onderzoek gedaan naar eventuele te saneren bodemverontreinigingen.
• Alle bedrijfsopstallen worden gesloopt, waarbij een oppervlakte van maximaal 200 m2 mag worden gehandhaafd. Er moet dan wel al een woning aanwezig zijn. Verder mogen gebouwen waarvan de gemeente bepaalt dat ze moeten blijven staan of die architectonisch een geheel met het woonhuis vormen, blijven staan.
• Bouwen op de voormalige bedrijfskavel is toegestaan tot een oppervlakte van maximaal 200 m2. Er moet dan wel al een woning aanwezig zijn.
• Grond in de Ecologische Hoofdstructuur moet worden aangeboden aan de Dienst Landelijk Gebied (DLG). Deze dienst taxeert de gronden waarna de deelnemer deze tegen de taxatiewaarde moet verkopen.
• De deelnemer blijft dus eigenaar van alle gronden, behalve de eventueel aan DLG te verkopen gronden.

Contact