Economische Zaken stelt voor de komende vier jaar 50 miljoen euro subsidie beschikbaar voor bedrijven die samen met onderwijsinstellingen nieuwe manieren van praktijkleren willen ontwikkelen. Zij kunnen een beroep doen op de nieuwe subsidieregeling Beroepsonderwijs in Bedrijf (BiB).
Subsidieregeling Beroepsonderwijs in Bedrijf (BiB)
Met de subsidie wil Van der Hoeven de bedrijven als vragende partij meer invloed geven op het beroepsonderwijs. Dat moet leiden tot een betere aansluiting van dat onderwijs op de arbeidsmarkt. Dat de aansluiting tussen onderwijs en bedrijfsleven niet optimaal is, blijkt op verschillende manieren.
Leerbedrijven ervaren het als een (te) grote belasting om de stages en beroepspraktijkvorming optimaal in te richten en stagiairs goed te begeleiden. Binnenschools en buitenschools leren zijn niet goed op elkaar afgestemd. De leerstof en praktijkoefeningen zijn vaak onvoldoende realistisch. Bedrijven vinden dat scholen onvoldoende op hun vragen reageren. Ook zijn er te weinig goede stage- en beroepspraktijkvormingsplaatsen beschikbaar, omdat veel (MKB) bedrijven niet bereid of in staat zijn om deze aan te bieden.
De laatste jaren zijn onderwijsinstellingen op verschillende manieren gestimuleerd om deze aansluiting te verbeteren. Met de nieuwe regeling krijgen ook bedrijven de middelen om als zij dat willen duurzaam met het onderwijs samen te werken.
Toepassing
Bedrijven kunnen subsidie aanvragen als zij samen met onderwijsinstellingen een voorstel maken om het praktijkleren te vernieuwen. Voor zo'n samenwerkingsverband is minstens één mkb-ondernemer en één (v)mbo-instelling nodig. Zij kunnen zelf bedenken hoe zij vorm, inhoud, proces of taakverdeling rondom het praktijkleren willen vernieuwen.
Subsidiebedragen
EZ financiert 50% van de kosten uit het BiB-fonds van 50 miljoen euro. Bedrijven financieren een kwart en de onderwijsinstelling(en) het resterende kwart.