Het bestaande budget voor de maatschappelijke opvang wordt evenwichtiger verdeeld over gemeenten. Hierover hebben staatssecretaris Bussemaker en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) gisteren overeenstemming bereikt. De nieuwe verdeling sluit beter aan op de verschillen tussen gemeenten in de vraag naar opvang. Ook doet deze recht aan die gemeenten die de afgelopen jaren veel eigen middelen voor de maatschappelijke opvang hebben vrijgemaakt.
Stapsgewijs
Er is € 21 miljoen beschikbaar om het model in te voeren. Hiermee zullen de gemeenten die de afgelopen jaren onevenredig veel uit eigen middelen hebben gefinancierd, in 2 jaar op het nieuwe bedrag zitten. De gemeenten die geld moeten inleveren, kunnen de komende 4 jaar stapsgewijs aan het lagere bedrag wennen.
Regulier financieren
Jarenlang hebben gemeenten klanten van de maatschappelijke opvang voorzien van zorg die gerekend kan worden tot de AWBZ en de Zorgverzekeringswet (Zvw). VWS en de VNG hebben afgesproken deze zorg zo snel mogelijk regulier te financieren uit de AWBZ en de Zvw. 'Wij zijn blij met het commitment van de staatssecretaris om deze oneigenlijke situatie zo snel mogelijk op te heffen', aldus bestuurslid Korthuis van de VNG.
Kabinet investeert
Naar verwachting versterken de afspraken over de AWBZ en de Zvw de financiële positie van gemeenten en hun beleid om kwetsbare groepen zoals daklozen of mensen die dat dreigen te worden, te helpen. Staatssecretaris Bussemaker: 'Hiermee laat het kabinet zien dat het ook in deze moeilijke tijden investeert in kwetsbare groepen. Juist nu mogen we hen niet aan hun lot overlaten.'
Meedoen in maatschappij
In totaal gaat € 458 miljoen om in de maatschappelijke opvang, die de verantwoordelijkheid is van 43 centrumgemeenten. Hiervan is € 280 miljoen afkomstig van het rijk; gemeenten betalen € 178 miljoen zelf. Gemeenten verwachten dat in de komende periode een groter beroep op de maatschappelijke opvang gedaan zal worden als gevolg van de economische situatie. De maatschappelijke opvang van daklozen is erop gericht problemen van deze kwetsbare groep aan te pakken en ze weer mee te laten doen in de maatschappij. Daarbij gaat het niet alleen om opvang, maar ook om huisvesting, inkomen, schuldhulpverlening en dagbesteding.