'Het draait om participatie' Het Jeugdsportfonds betaalt sportlidmaatschappen en -kleding voor kinderen die het thuis niet breed hebben. Ouders kunnen de hulp van het fonds niet zelf inroepen. Intermediairs op scholen, in de jeugdzorg of van gezondheidsinstellingen moeten hierin het voortouw nemen. Harrie Postma, directeur: "Ieder kind heeft het recht om mee te doen in de maatschappij."
Recht op sport
"Alle kinderen moeten kunnen sporten", zegt Postma. "Onze doelgroep bestaat uit kinderen die komen uit gezinnen met een bijstandsuitkering of schuldhulpverlening. Ook eenoudergezinnen die net boven het minimuminkomen zitten - en daardoor allerlei toeslagen missen, kunnen op ons rekenen."
Het Jeugdsportfonds wil kinderen laten participeren. "Een van de pijnpunten bij kinderen die overlast veroorzaken of aan lager wal raken, is dat ze het perspectief op maatschappelijke participatie hebben verloren. Dat willen wij doorbreken. En dat doen we liever met honing dan azijn: we geven ze iets, in plaats van ze te straffen." Bertien Minco van de organisatie voor amateurkunst Kunstfactor is in samenspraak met Postma inmiddels ook bezig om een Jeugdcultuurfonds op te zetten.
"Dat werkt net zo als het Sportfonds, maar dan voor culturele activiteiten."
Doelgroep bereiken en volgen
Het Jeugdsportfonds spant zich op verschillende manieren in om zijn doelgroep te bereiken. En kinderen die hulp krijgen van het fonds, worden op de voet gevolgd. "Komend voorjaar gaan we alle basisscholen benaderen in gebieden waar onze lokale dochterstichtingen actief zijn. Dat zal voor een deel in de 40 aandachtswijken zijn, waar veel minima wonen. Met deze actie willen we ons bereik vergroten. En als we kinderen eenmaal helpen, monitoren we of ze nog naar de club gaan waarvan we het lidmaatschap hebben betaald. Als ze afhaken, brengen we in kaart waarom dat zo is en schakelen we waar nodig de intermediair weer in."
Kinderen beinvloeden ouders
Postma merkt dat kinderen hun ouders soms 'aansteken' met sporten. "Zo hebben we bijvoorbeeld een Amsterdamse jongen uit Suriname geholpen. Hij ging voetballen bij de club DWS. Zijn vader werd zo enthousiast dat hij daar nu trainer is!" Dit komt vaker voor. Als ouders bijvoorbeeld zien dat leren zwemmen in Nederland een vast onderdeel in de opvoeding is, willen ze zelf ook op les. "Maar daar hebben ze geen geld voor", zegt Postma.
"Daarom starten we dit jaar in Amsterdam de pilot 'Jeugdsportfonds 18+', speciaal voor ouders met een minimuminkomen." Toekomstplannen Het Jeugdsportfonds heeft ambitieuze doelstellingen voor de toekomst. "In 2008 hebben we meer dan 10.000 kinderen ondersteund", vertelt Postma. "Ik verwacht dat we dit aantal in 2009 verdubbelen. En vanaf 2012 willen we jaarlijks 50.000 kinderen helpen.
Op termijn hebben we hetzelfde doel voor ogen met het Jeugdcultuurfonds." Op dit moment wordt het sportfonds vooral gefinancierd vanuit de gemeenten: voor ongeveer 90 procent. "We hebben ook al sponsoren, zoals ABN AMRO, Fortis, Ernst & Young, Stichting Doen en het VSBfonds. Ik streef er naar om het aandeel van sponsoren te vergroten." Verder is het Jeugdsportfonds in gesprek met FORUM, het instituut voor multiculturele ontwikkeling.
"We willen met een aantal partners overlastgevende jongeren samen aanpakken. Dus door ze - bijvoorbeeld - een stage of baan aan te bieden En ze financieel te ondersteunen om te kunnen sporten. Samenwerking heeft zo echt meerwaarde."