Jaarlijks wordt veel schade aangericht door kraaien, kauwen en roeken aan pas gezaaide en kiemende maïs. In het kader van de Flora- en faunawet hebben veel provincies besloten voor deze diersoorten een vrijstelling van het verbod om dieren te doden vast te stellen. Hierdoor mogen, ter ondersteuning van de verjaging, kraaien, kauwen en roeken worden gedood, als zij belangrijke schade aanrichten aan de maïs.
In provincies waar geen vrijstelling voor deze schadeveroorzakende diersoorten geldt, kan de grondgebruiker een ontheffing voor afschot van schadeveroorzakende diersoorten aanvragen. De grondgebruiker kan bij het provinciaal bestuur navragen of er in zijn of haar provincie een vrijstelling bestaat voor het doden van kraaien, kauwen en roeken.
Faunafonds
Mocht ondanks alle afweermaatregelen, verjaagacties en na afschot van schadeveroorzakende dieren toch nog schade zijn ontstaan, dan kan een verzoekschrift Faunaschade bij het Faunafonds worden ingediend voor een tegemoetkoming in de schade.
Voorwaarden
Om voor een tegemoetkoming in de schade in aanmerking te komen zal de aanvrager moeten aangeven wat hij zelf heeft gedaan om schade door kraaiachtigen te voorkomen.
Het Faunafonds verleent in ieder geval geen tegemoetkoming voor schade door kraaiachtigen die optreedt op maïspercelen die binnen een straal van 500 meter van een vuilstortplaats liggen. Evenmin wordt schade vergoed op percelen gelegen binnen of direct aangrenzend aan bebouwde kommen. Op deze gronden mag de jacht niet worden uitgeoefend.