Helaas, deze regeling is verlopen, maar er zijn wel andere interessante regelingen voor je beschikbaar.
Bekijk alle regelingen
Subsidies

Regeling lerarenbeurs voor scholing en zij-instroom 2009–2011

De ministeriële regeling Lerarenbeurs voor scholing en zij-instroom bevat twee verschillende subsidieregelingen. De Lerarenbeurs steltleraren in staat om met subsidie een extra kwalificerende opleiding te volgen. De leraar ontvangt daarvoor middelen voor studie- en reiskosten en zijn werkgever kan middelen ontvangen om de leraar studieverlof te verlenen en een vervanger aan te stellen. De zij-instroomsubsidie levert een bijdrage aan onderwijswerkgevers om een zij-instromer aan te stellen, te begeleiden en te doen opleiden.

Subsidieaanvraag

De subsidie, bedoeld in de hoofdstukken 2 en 3, wordt op aanvraag van de leraar, bedoeld in artikel 4, eerste lid, respectievelijk het bevoegd gezag, bedoeld in artikel 20, verleend.

Jaarbudget:
Variabel
Per uitgifte
Afhankelijk van aanvraag
Indientermijn:
Doorlopend

Realiseer jouw ambitie

Realiseer jouw ambitie

Meld je hier aan

Te subsidiëren activiteiten

  1. De minister kan subsidie verstrekken:
    • a. aan de leraar voor studiekosten; of
    • b. aan het bevoegd gezag voor kosten in verband met het studieverlof van deze leraar.
  2. 2. Voor de subsidie, bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, komen uitsluitend een van de volgende opleidingen in aanmerking:
    • a. bachelor- of masteropleidingen voor leraren in het primair onderwijs, het voortgezet onderwijs, het beroepsonderwijs en de educatie gericht op het voldoen aan andere bekwaamheidseisen dan blijkens het getuigschrift, bedoeld in artikel 7a.3 van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek of blijkens een bewijs van bekwaamheid tot het geven van onderwijs als bedoeld in artikel XI, eerste lid, van de Wet op de beroepen in het onderwijs;
    • b. bachelor- of masteropleidingen waarmee een leraar een voor zijn vak relevante graad kan behalen;
    • c. korte opleidingen, niet zijnde een bachelor of masteropleiding, mits deze opleidingen:
      • 1. gericht zijn op het verwerven van extra bekwaamheden voor het beroep van leraar;
      • 2. een minimale studielast kennen van 200 uren, waarvan tenminste 40 contacturen;
      • 3. korter duren dan 1 jaar;
      • 4. worden afgesloten met een bewijs van deelname; en
      • 5. niet zijn te kwalificeren zijn als opleidingen die gericht zijn op het verkrijgen van een bevoegdheid bewegingsonderwijs; of
    • d. opleidingen die gericht zijn op het wegwerken van deficiënties met als doel toelating tot een masteropleiding binnen het wetenschappelijk onderwijs, mits de opleiding:
      • 1. is vormgegeven als bacheloropleiding binnen het wetenschappelijk onderwijs;
      • 2. niet leidt tot de graad Bachelor binnen het wetenschappelijk onderwijs; en
      • 3. minimaal 30 studiepunten omvat.

Subsidieaanvrager lerarenbeurs

  1. 1. De subsidie, bedoeld in artikel 3, eerste lid, onderdeel a, wordt slechts verleend aan de leraar die:
    • a. zijn bevoegdheid ontleend aan de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra, de Wet op het voortgezet onderwijs, de Wet educatie en beroepsonderwijs of de Wet op de beroepen in het onderwijsof les geeft binnen het hoger beroepsonderwijs;
    • b. op grond van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek de graad Bachelor mag voeren;
    • c. op het moment dat de opleiding start minimaal een jaar in dienst is bij een bevoegd gezag van een of meer onderwijsinstellingen die bekostigd wordt of worden door de minister of door de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit;
    • d. op het moment dat de opleiding start voor minimaal 20% van zijn aanstellingsomvang is belast met lesgebonden taken en pedagogisch-didactisch verantwoordelijk is voor het onderwijs; en
    • e. gedurende de subsidieperiode geen tegemoetkoming ontvangt op grond van afdeling 5.1 van de Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten en geen studiefinanciering ontvangt op grond van de Wet studiefinanciering 2000.
  2. De leraar die vóór de inwerkingtreding van deze regeling is gestart, kan slechts een aanvraag indienen indien:
    • a. het opleidingen als bedoeld in artikel 3, tweede lid, onderdelen a, b en d betreft; en
    • b. hij minimaal nog 30 studiepunten moet behalen.

Subsidieplafond lerarenbeurs

  1. Het subsidieplafond voor het jaar 2009 voor de subsidie, bedoeld in artikel 3, is € 20.000.000,–.
  2. De minister stelt voor aanvang van de aanvraagtermijnen van 2010 en 2011 de subsidieplafonds voor die jaren vast in de Staatscourant.

Subsidiebedrag voor studiekosten

Voor de subsidie, bedoeld in artikel 3, eerste lid, onderdeel a, geldt:

  • a. voor het werkelijke les- en collegegeld een maximum van € 3.500,– per opleiding als bedoeld in artikel 3, tweede lid, onderdeel c, respectievelijk per jaar;
  • b. voor studiemiddelen ten hoogste 10% van het werkelijke les- en collegegeld per jaar; of
  • c. voor reiskosten ten hoogste 10% van het werkelijke les- en collegegeld per jaar.

Subsidiebedrag voor studieverlof

  1. De subsidie, bedoeld in artikel 3, eerste lid, onderdeel b, wordt bepaald op een bedrag per studieverlofuur.
  2. Het maximale aantal studieverlofuren die voor subsidiering in aanmerking komen, is 160 uren per jaar voor een voltijdsaanstelling. In geval van een deeltijdbetrekking wordt het aantal studieverlofuren vastgesteld naar evenredigheid van de aanstellingsomvang.
  3. De subsidiebedragen voor een studieverlofuur zijn voor:
    • a. het basisonderwijs: € 32,25;
    • b. het speciaal (voortgezet) onderwijs: € 34,23;
    • c. het voortgezet onderwijs: € 34,83;
    • d. het beroepsonderwijs en de educatie: € 37,09; en
    • e. het hoger beroepsonderwijs: € 41,82.
  4. De bedragen, bedoeld in het derde lid, worden jaarlijks geïndexeerd op basis van de kabinetsbijdrage voor het betreffende jaar, onder voorbehoud van goedkeuring van de begroting door de begrotingswetgever. Het besluit hiertoe wordt bekendgemaakt in de Staatscourant.

Vereisten subsidieaanvraag lerarenbeurs

  1. De aanvraag voor de subsidie, bedoeld in artikel 3, geschiedt overeenkomstig het in bijlage 1 gevoegde aanvraagformulier.
  2. Indien de leraar geen verklaring van het bevoegd gezag als bedoeld in bijlage 1 overlegt, omvat de aanvraag tevens informatie waaruit blijkt:
    • a. het dienstverband van de leraar en de duur ervan; en
    • b. dat de leraar gedurende de opleiding voor minimaal 20% van zijn aanstellingsomvang is belast met lesgebonden taken en pedagogisch-didactisch verantwoordelijk is voor het onderwijs aan leerlingen.

Termijn indiening aanvraag

  1. De aanvraagtermijn voor de subsidie, bedoeld in artikel 3, is:
    • a. voor 2009 van 11 mei 2009 tot en met 17 juni 2009;
    • b. voor 2010 van 1 april 2010 tot en met 13 mei 2010; en
    • c. voor 2011 van 1 april 2011 tot en met 13 mei 2011.
  2. Onverminderd het eerste lid kan de minister een extra aanvraagtermijn openstellen indien het subsidieplafond, bedoeld in artikel 5, in enig jaar niet volledig is uitgeput. Het besluit hiertoe wordt bekendgemaakt in de Staatscourant.

Criteria verdeling lerarenbeurs

  1. Onverminderd het tweede lid verdeelt de minister het beschikbare bedrag in volgorde van ontvangst van de aanvragen voor de subsidie, bedoeld in artikel 3, met dien verstande dat wanneer de aanvrager krachtens artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht een week de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, de dag waarop de aanvraag is aangevuld, met betrekking tot de verdeling, als datum van ontvangst geldt.
  2. De verdeling van het beschikbare bedrag over de onderwijssectoren geschiedt op basis van het aantal in de onderwijssector werkzame leraren als volgt:
    • a. 50% van het totale aantal toe te kennen aanvragen in alle onderwijssectoren is beschikbaar voor leraren in het primair onderwijs;
    • b. 30% van het totale aantal toe te kennen aanvragen in alle onderwijssectoren is beschikbaar voor leraren in het voortgezet onderwijs;
    • c. 13% van het totale aantal toe te kennen aanvragen in alle onderwijssectoren is beschikbaar voor leraren in het beroepsonderwijs en de educatie; en
    • d. 7% van het totale aantal toe te kennen aanvragen in alle onderwijssectoren is beschikbaar voor leraren in het hoger beroepsonderwijs.
  3. Indien het aantal toe te kennen aanvragen voor een of meer van de onderwijssectoren, bedoeld in het tweede lid, achterblijft bij het bijbehorende percentage, bedoeld in het tweede lid, worden de toe te kennen aanvragen in de andere onderwijssectoren naar evenredigheid verdeeld.

Weigeringsgronden

Onverminderd artikel 4:35 van de Algemene wet bestuurswet kan de minister subsidieverlening weigeren, indien aan de leraar:

  • a. al eerder subsidie is verstrekt op grond van deze regeling, of
  • b. subsidie is verstrekt op grond van een andere regeling met hetzelfde doel.

 

Hulp nodig met je aanvraag?

Alles leuk en aardig horen we je zeggen, maar ik ben geen specialist. Maar wij wel! Kom je er niet aan uit? We helpen je graag op weg via onze uitgebreide kennisbank, ons unieke stappenplan en een on demand webinar.

Vertel me meer
Webinar subsidieaanvragen fondswervingonline fondswerving

Contact

Funding informatie

Onze aandacht gaat uit naar
Onderwijs
Wij zijn werkzaam in
Nederland
Deel deze pagina

Deze informatie bekijken?

Begin direct met het realiseren van jouw ambities. We helpen je met het vinden en aanvragen van financiële middelen voor je organisatie of project!
  • Eenvoudige navigatie: Vind moeiteloos je weg door meer dan 4000 regelingen met ons intuïtieve platform.
  • Real-time alerts: Mis nooit meer een kans met onze gepersonaliseerde meldingen.
  • Effectief beheer: Houd subsidies en fondsen overzichtelijk bij met je eigen dashboard.

Word nu lid

Je bent al lid voor slechts € 33,- per maand!