Wie kan subsidie aanvragen
Deze Deelregeling richt zich op auteurs die al enige ervaring hebben met het schrijven van teksten voor theater. Daarom is aanvragen alleen mogelijk als de aanvrager in totaal minimaal vier literaire werken (waarbij naast theaterteksten ook boeken meetellen) op zijn naam heeft staan, waaronder in elk geval ook twee theaterteksten. Een theatertekst telt alleen mee als de tekst in productie is genomen door een professionele producent of een professioneel gezelschap. Daaronder vallen ook productiehuizen of commerciële producenten. Boeken moeten zijn uitgegeven door een professionele uitgever in een oplage van minimaal 500 exemplaren en gedistribueerd in de reguliere boekhandel. Uitgaven in eigen beheer, boeken die alleen digitaal verkrijgbaar zijn of via print-on-demand tellen niet mee. Als een toneeltekst ook als boek verkrijgbaar is, telt deze maar één keer. Een auteur kan per ronde maar één aanvraag indienen. Het is dus niet mogelijk kansen te spreiden door meerdere aanvragen tegelijk te doen. Verder kan ook niet worden aangevraagd als een auteur al een individuele subsidie heeft voor het schrijven van een theatertekst en die tekst nog niet is afgerond. Dat geldt zowel voor auteurs die een werkbeurs hebben ontvangen van het Fonds Podiumkunsten op basis van deze regeling, als voor auteurs die subsidie hebben ontvangen van het Nederlands Letterenfonds.
Vereisten
Een werkbeurs kan alleen worden toegekend als het gaat om een aanvraag die op eigen initiatief tot stand komt. Een tekst die in opdracht van een derde wordt geschreven, komt niet voor subsidie in aanmerking. Om die reden is geen subsidie mogelijk als er sprake is van een (betalende) opdrachtgever. Overigens verwacht het Fonds wel van een aanvrager dat hij zich rekenschap geeft van de uitvoeringsmogelijkheden. Zie wat hierover onder de criteria is vermeld. Verder wordt geen werkbeurs verstrekt, als de verwachting is dat het werk zonder subsidie ook tot stand zou komen. Daarmee wordt niet gedoeld op een situatie waarin een auteur zonder subsidie toch aan de betreffende tekst zou gaan werken, maar op de situatie waarin er een derde partij is van wie aannemelijk is dat die in dat geval de kosten zal vergoeden. Verder moet de aanvrager aannemelijk maken dat de tekst – in principe - binnen 18 maanden zal worden afgerond.
Indiening en behandeling van de aanvraag
De subsidieaanvragen voor een werkbeurs in het kader van deze regeling worden in beginsel in twee subsidierondes per jaar behandeld. De bijbehorende indieningsdata zijn 15 mei en 15 september. Aanvragen moeten op deze datum door het Fonds Podiumkunsten ontvangen zijn. Het indienen van een aanvraag kan alleen door het invullen van het daarvoor bestemde formulier. Op het aanvraagformulier is aangegeven welke informatie bijgevoegd moet worden. Het gaat daarbij onder meer om een inhoudelijke beschrijving van de beoogde tekst en hoe de auteur aankijkt tegen uitvoeringsmogelijkheden (welke potentiële uitvoerders zijn er, hoe wil de aanvrager contact leggen met uitvoerders et cetera). Als het formulier juist is ingevuld en alle gevraagde bijlagen zijn bijgevoegd, wordt de aanvraag in behandeling genomen. Het Fonds Podiumkunsten informeert de aanvrager binnen 13 weken na de uiterlijke indieningsdatum over het besluit. Criteria Het Fonds vraagt over aanvragen voor een werkbeurs advies aan een adviescommissie met expertise op dit specifieke terrein. De commissie toetst alle geschikte aanvragen aan de volgende vijf criteria:
- kwaliteit van eerdere literaire werken van de aanvrager;
- oorspronkelijkheid en zeggingskracht van de te schrijven theatertekst;
- mate waarin het voornemen bijdraagt aan concrete verdieping of verbreding in het werk van de aanvrager;
- verwachtingen ten aanzien van de speelpotentie van de theatertekst waarvoor de werkbeurs wordt aangevraagd;
- mate waarin het te verwachten resultaat bijdraagt aan de diversiteit in het repertoire voor theater.
Subsidiebedrag en wijze van verdeling van het budget
De hoogte van de werkbeurs wordt door het bestuur van het fonds bepaald. Daarbij worden vaste uitgangspunten gehanteerd, waarbij gekeken wordt naar de hoeveelheid tijd die redelijk is om een tekst zoals beschreven in de aanvraag te schrijven. In dat kader wordt gekeken naar de tijdsduur en de bewerkelijkheid c.q. complexiteit van de tekst. Afhankelijk van genoemde factoren zullen de werkbeurzen die worden verstrekt variëren van circa € 5.000 tot maximaal € 20.000. Naast het bedrag voor het schrijven van de tekst kan een apart bedrag worden aangevraagd dat kan worden ingezet om (tijdens het schrijfproces) de artistieke kwaliteit en de speelbaarheid te toetsen. Daarbij kan gedacht worden aan bijvoorbeeld een bijdrage voor begeleiding door een dramaturg of het organiseren van een reading met acteurs. De aanvrager moet aangeven of hij een dergelijke bijdrage wenst te ontvangen en in zijn plan motiveren waarvoor hij de bijdrage wil gebruiken. De hoogte van de bijdrage is afhankelijk van dezelfde factoren als de werkbeurs en bedraagt minimaal € 500 en maximaal € 1.500. De toegezegde werkbeurs wordt in zijn geheel als voorschot overgemaakt. Voor subsidiëring op grond van deze regeling is in 2010 € 100.000 beschikbaar. Gelet op de beperkte omvang van het budget, is ervoor gekozen per aanvrager nooit meer dan eenmaal per jaar subsidie te verlenen. Omdat de kans groot is dat het budget desondanks onvoldoende zal zijn om alle aanvragen die aansluiten bij de criteria te honoreren, worden de aanvragen aan de hand van de criteria verdeeld in drie categorieën:
- honoreren;
- honoreren indien budget toereikend is; en
- afwijzen.
Aanvragen subsidie
Indienen van de aanvraag kan uitsluitend schriftelijk, niet elektronisch.