Doelgroepen
Ontwikkelingssamenwerking is een zaak van iedereen. Subsidieaanvragen kunnen dan ook gericht zijn op alle inwoners van Nederland. Prioritaire doelgroepen zijn echter ‘jongeren’ (in de leeftijd van 12 tot 25 jaar) en personen die niet traditioneel bij ontwikkelingssamenwerking betrokken zijn.
Soorten aanvragen
In het kader van de faciliteit komen de volgende soorten aanvragen voor subsidiëring in aanmerking: Categorie 1 – Aanvragen gericht op het bevorderen van activiteiten in de Nederlandse samenleving gericht op de bevordering van meningsvorming over, bewustwording van en actieve betrokkenheid bij internationale samenwerking. Dit kunnen zowel projecten (categorie 1a) als meerjarige programma’s (categorie 1b) zijn1. Categorie 2 – Aanvragen met een doelstelling als omschreven onder categorie 1 met als onderdeel van de aanvraag een kleinschalig ontwikkelingsproject (projecten). Categorie 3 – Aanvragen met een doelstelling als omschreven onder categorie 1 gericht op Nederlandse jongeren tussen 14 en 25 jaar met als onderdeel een stage/uitwisselingscomponent in een ontwikkelingsland (meerjarige programma’s). Voor de meerjarige programma’s onder categorie 1 en 3 kunnen voorstellen worden ingediend in drie rondes, te weten de ronde van 15 november 2010, de ronde van mei 2011 en de ronde van mei 2012. Vanaf 2011 kunnen aanvragen voor projecten in categorie 1 en 2 elke ronde worden ingediend.
Restricties
Niet voor subsidie komen in aanmerking:
- Individuele stage- en uitwisselingsprojecten;
- Activiteiten gericht op fondsenwerving;
- Reguliere exploitatiekosten van de aanvrager.
Subsidiabele kosten
De volgende rechtstreeks aan het project of programma toe te rekenen kosten komen voor subsidiëring in aanmerking:
- Personele kosten, in de zin van het aantal door direct bij het project betrokken personeel van de aanvrager gemaakte uren, vermenigvuldigd met het forfaitaire kostendekkende uurtarief, zoals gepubliceerd in de vigerende handleiding overheidstarieven (Ministerie van Financiën), dit forfaitaire bedrag betreft ook de overheadkosten;
- kosten voor promotie en publiciteit;
- kosten van voor het project aangeschafte apparatuur en andere middelen;
- kosten van het gebruik voor het project van apparatuur en andere middelen die in het bezit zijn van een deelnemer aan de activiteit(en) of van derden, gebaseerd op historische kosten;
- kosten voor financiële transacties en bankkosten en voor financieel-juridische diensten, met uitzondering van debetrente, boetes, financiële sancties en gerechtskosten;
- reis- en verblijfkosten voor binnen- en buitenlandse reizen die voor de projectuitvoering noodzakelijk zijn;
- diensten van derden;
- Subsidiabele kosten kunnen worden opgenomen, inclusief BTW, indien de aanvrager niet van BTW is vrijgesteld.
- Onder categorie 2: kosten in het ontwikkelingsland die toe te rekenen zijn aan de uitvoering van het kleinschalige project.
Ontvankelijkheid
Voor alle aanvragen gelden onderstaande basale ontvankelijkheidseisen. Alleen aanvragen die hieraan voldoen zijn aan te merken als tijdig, correct en volledig, en worden in behandeling genomen.
- De aanvraag, voorzien van alle vereiste gegevens en bescheiden, is uiterlijk ontvangen op laatste dag van de indieningstermijn van de desbetreffende ronde op het e-mailadres dat op het aanvraagformulier staat vermeld.
- De aanvraag is opgesteld volgens het aanvraagstramien en bevat de verplichte bijlagen.
- De aanvraag is in het Nederlands opgesteld.
- Onderdeel van de aanvraag is een kostendekkende en sluitende begroting, opgesteld conform de eisen in het aanvraagstramien. Daarbij zijn de eigen bijdrage en eventuele door derden toegezegde financiering/subsidies duidelijk opgenomen.
- Een eigen bijdrage van de aanvrager aan het project is onderbouwd met een door de aanvrager ondertekende co-financieringsverklaring.
- Door derden toegezegde bijdragen zijn onderbouwd met co-financieringsverklaringen.
- De aanvraag is ondertekend door de daartoe bevoegde persoon/personen (volgens akte van oprichting en/of statuten).
Beoordeling
In aanvulling op de bepalingen van het Subsidiebesluit Ministerie van Buitenlandse Zaken en de Subsidieregeling Ministerie van Buitenlandse Zaken 2006 worden alleen de tijdig, correct en volledig ingediende subsidieaanvragen in behandeling genomen en getoetst aan algemene en specifieke drempelcriteria en beoordelingscriteria. Deze toetsing vindt plaats in twee fasen: De eerste fase betreft de beoordeling van aanvragen aan de hand van drempelcriteria. Dit zijn minimale criteria waaraan elke aanvraag zonder meer moet voldoen. Voor de verschillende soorten aanvragen gelden specifieke drempelcriteria. Aanvragen die niet voldoen aan alle drempelcriteria zullen op die grond worden afgewezen. Aanvragen die aan alle drempelcriteria voldoen worden in de tweede fase getoetst aan de beoordelingscriteria. Voor de projecten met als onderdeel een kleinschalig ontwikkelingsproject en aanvragen met een stage- of uitwisselingscomponent gelden in deze tweede fase aanvullende beoordelingscriteria. Dergelijke aanvragen worden eerst op deze aanvullende criteria getoetst. Indien de aanvragen daarop voldoende scoren worden zij vervolgens beoordeeld op de algemeen geldende beoordelingscriteria. Aanvragen die het best aan de beoordelingscriteria voldoen komen het eerst voor subsidieverstrekking in aanmerking. Aanvragen die onvoldoende scoren op de beoordelingscriteria worden afgewezen Indien na toetsing blijkt dat met alle voldoende scorende aanvragen een hoger bedrag is gemoeid dan het subsidieplafond toelaat, zal een nadere toets plaatsvinden op basis van een onderlinge vergelijking en binnen het raam van een evenwichtige spreiding als bedoeld in artikel 8 lid 3 sub d van het Subsidiebesluit Ministerie van Buitenlandse Zaken.
Drempelcriteria
Voor alle aanvragen gelden de onderstaande drempelcriteria. Per categorie van aanvragen zijn er specifieke aanvullende drempelcriteria. Deze zijn omschreven in de hoofdstukken II, III en IV. van deze beleidsregels.
- De aanvrager is een in Nederland gevestigde organisatie met rechtspersoonlijkheid naar Nederlands recht.
- De aanvraag is gericht op de uitvoering van een project of programma.
- De activiteiten starten op of na de indiening van de subsidieaanvraag en uiterlijk binnen zes maanden na datum van subsidieverlening.
- Projecten hebben een maximale looptijd van een jaar; programma’s hebben een maximale looptijd van vier jaar en kunnen zich maximaal uitstrekken tot 30 juni 2015.
- Voor een aanvraag met identieke doelstelling(en), activiteiten en beoogde resultaten en een identieke doelgroep kan niet meer dan twee keer subsidie worden toegekend.
- De activiteiten waarvoor subsidie wordt gevraagd zijn niet strijdig met volkenrechtelijke verplichtingen of buitenlandse politieke belangen van de Nederlandse regering.
- De aanvraag betreft geen initiatieven die mede zijn gericht op godsdienstige bekering (proselitisme).
- De aanvraag is niet primair gericht op studie of wetenschappelijk of beleidsinhoudelijk onderzoek.
- De aanvraag betreft geen omroepprogramma in de zin van het Besluit van de Minister van Buitenlandse Zaken, de Minister voor Ontwikkelingssamenwerking en de Staatssecretaris voor Europese Zaken van 18 november 2009, tot vaststelling van een beleidsregel met het oog op het onthouden van financiële bijdragen aan de vervaardiging, de verwerving of uitzending van omroepprogramma’s.
- Het project of programma wordt niet met winstoogmerk uitgevoerd.
- Voor de aanvraag worden geen andere subsidie(s) aangevraagd en/of ontvangen ten laste van onderdelen van de begroting van het ministerie van Buitenlandse Zaken.